Rijkswaterstaat, de kip met de verloren gouden eieren

Goede infrastructuur is van groot economisch belang voor een land. De recente gebeurtenissen rondom de Merwedebrug en de stuw bij Grave maken duidelijk dat als een cruciaal deel van de infrastructuur kapot is, dit Nederland miljoenen kost. Misgelopen belastingen en inhuur om de spoedreparaties uit te voeren zijn enorme kostenposten. Daarnaast bracht Rijkswaterstaat de mededeling dat nog meer bruggen en wegen dringend groot onderhoud nodig hebben. Dit zorgt voor een onderbuikgevoel dat dit de komende jaren Nederland veel geld gaat kosten. Daarnaast zakt het vertouwen van de inwoner in de overheid als deze inwoner steeds hinder ondervindt van spoedreparaties of afsluitingen.

Paralel met Amerika?

Eén van de belangrijkste factoren dat het vertrouwen in de Amerikaanse politiek weg is, is het gebrek aan onderhoud aan wegen en bruggen. Amerika is lang een land in opbouw geweest, steeds groter en steeds uitgebreider. Onderhoud was het stiefkindje. De laatste decennia zijn, met name in de landelijke gebieden, de wegen steeds verder vervallen en zijn bruggen verzwakt.

De belofte van de huidige president is dat er veel meer geld vrijkomt voor het onderhoud van deze civiel-technische werken hielp hem aan zijn presidentschap. Het Army Corps of Engineers gaat hier echter niet op voorbereid zijn. Zij heeft niet de bemensing, noch de kennis om het onderhoud uit te gaan voeren. Hierin ligt een kans voor Rijkswaterstaat om kennis te verkopen. Zij kan een wereldwijde autoriteit worden op het gebied van beheer en onderhoud.

Echter is het Ministerie van Infrastructuur en Milieu momenteel het agentschap Rijkswaterstaat steeds verder aan het uitkleden. Specialistische kennis gaat verloren doordat werknemers uitstromen en geen kennisoverdracht plaats vindt omdat er weinig nieuwe werknemers aangenomen mogen worden. Om dit te compenseren is Rijkswaterstaat massaal de benodigde kennis aan het inhuren.

Rijkswaterstaat, Kenniscentrum

Lokaal in de Kamer vindt dat Rijkswaterstaat weer een kenniscentrum moet worden. Enerzijds om de kosten op het beheer en onderhoud van onze infrastructuur beheersbaar te houden en anderzijds om deze kennis te verkopen aan andere landen. Rijkswaterstaat kan samen met de Nederlandse ingenieursbureaus en bouwbedrijven de Nederlandse staatskas vullen.

Door het bouwen van een krachtig agentschap waar innovatieve onderhoudsmethoden worden ontwikkeld en door het opstellen en uitvoeren van onderbouwde beheerplannen kan Rijkswaterstaat deze gouden eieren inzetten ten behoeve van de Nederlandse burger.